Europese aandelenmarkten stijgen maar door! - Wilgenhaege

Europese aandelenmarkten
stijgen maar door!

Heeft u een vraag?
Neem contact op

In 2000 piekten de Europese indexen. Nu meer dan 20 jaar later bereiken we opnieuw hoge standen. De Stoxx 600, de brede Europese beursindex, maakt bijvoorbeeld eindelijk een nieuwe piek. Ditzelfde geldt voor de Amsterdamse beursgraadmeter, de AEX-index. Maar wat zegt het eigenlijk?

Index

Indexen van landen of regio’s worden over het algemeen gebaseerd op de grootste (meest verhandelde) aandelen. Het wordt een graadmeter genoemd, maar dat geldt eigenlijk alleen wanneer het ook representatief is voor de hele economie. Immers, ontbreken er sectoren, of zijn er sectoren oververtegenwoordigd, dan kan dat leiden tot extremere beursbewegingen. Bijvoorbeeld een bedrijf als ASML is pas de laatste jaren boven komen drijven als zwaarweger in de Stoxx 600 (nu circa 2,25%). En bijvoorbeeld ASM International (ASMI), een van de smaakmakers van het afgelopen jaar, telt vrijwel niet mee in die index (circa 0,12%). In indexen die achtergebleven zijn, zijn aandelen uit de oude economie vaak oververtegenwoordigd. Een opgelopen beursindex betekent dus ook niet per definitie dat alle aandelen uit die index opgelopen zijn. Veel beurzen zijn hoog opgelopen door de weging van een beperkt aantal, zwaarwegende aandelen of sectoren.

Een duidelijk voorbeeld hiervan is de sterke opmars van de “nieuwe economie” aandelen. In Amerika is dit proces al veel langer waarneembaar met giganten als Apple, Microsoft, Amazon en Facebook.

Index

Indexen van landen of regio’s worden over het algemeen gebaseerd op de grootste (meest verhandelde) aandelen. Het wordt een graadmeter genoemd, maar dat geldt eigenlijk alleen wanneer het ook representatief is voor de hele economie. Immers, ontbreken er sectoren, of zijn er sectoren oververtegenwoordigd, dan kan dat leiden tot extremere beursbewegingen. Bijvoorbeeld een bedrijf als ASML is pas de laatste jaren boven komen drijven als zwaarweger in de Stoxx 600 (nu circa 2,25%). En bijvoorbeeld ASM International (ASMI), een van de smaakmakers van het afgelopen jaar, telt vrijwel niet mee in die index (circa 0,12%). In indexen die achtergebleven zijn, zijn aandelen uit de oude economie vaak oververtegenwoordigd. Een opgelopen beursindex betekent dus ook niet per definitie dat alle aandelen uit die index opgelopen zijn. Veel beurzen zijn hoog opgelopen door de weging van een beperkt aantal, zwaarwegende aandelen of sectoren.

Een duidelijk voorbeeld hiervan is de sterke opmars van de “nieuwe economie” aandelen. In Amerika is dit proces al veel langer waarneembaar met giganten als Apple, Microsoft, Amazon en Facebook.

Stijging

Door Corona is er zeer veel geïnvesteerd door de overheid, dat resulteerde in en nog lagere rente. Voor het uitbreken van de pandemie was de rente al erg laag (of zelfs negatief) waardoor er een TINA-effect (There Is No Alternative) was. Er stroomde dus al veel geld richting de aandelenmarkten om enig rendement te kunnen halen. Dit effect is door de Corona-crisis alleen maar versterkt. De stimuleringsmaatregelen zorgen niet alleen voor steun voor het bedrijfsleven, maar waarschijnlijk ook voor een nog langere periode van lage rente. In ieder geval is het beleid van de Centrale Banken erop gericht om de korte rente nog jaren laag te houden.

Door Corona is er zeer veel geïnvesteerd door de overheid, dat resulteerde in en nog lagere rente. Voor het uitbreken van de pandemie was de rente al erg laag (of zelfs negatief) waardoor er een TINA-effect (There Is No Alternative) was. Er stroomde dus al veel geld richting de aandelenmarkten om enig rendement te kunnen halen. Dit effect is door de Corona-crisis alleen maar versterkt. De stimuleringsmaatregelen zorgen niet alleen voor steun voor het bedrijfsleven, maar waarschijnlijk ook voor een nog langere periode van lage rente. In ieder geval is het beleid van de Centrale Banken erop gericht om de korte rente nog jaren laag te houden.

Stijging

Door Corona is er zeer veel geïnvesteerd door de overheid, dat resulteerde in en nog lagere rente. Voor het uitbreken van de pandemie was de rente al erg laag (of zelfs negatief) waardoor er een TINA-effect (There Is No Alternative) was. Er stroomde dus al veel geld richting de aandelenmarkten om enig rendement te kunnen halen. Dit effect is door de Corona-crisis alleen maar versterkt. De stimuleringsmaatregelen zorgen niet alleen voor steun voor het bedrijfsleven, maar waarschijnlijk ook voor een nog langere periode van lage rente. In ieder geval is het beleid van de Centrale Banken erop gericht om de korte rente nog jaren laag te houden.

De huidige waarderingen

De hamvraag is hoe we tegen de huidige waarderingen aan moeten kijken? De koers/winst verhoudingen lopen op en zijn hoger dan het langlopende gemiddelde. Een koers/winstverhouding van boven de 22 voor bijvoorbeeld de Stoxx 600 is inderdaad hoger dan het langlopende gemiddelde. Maar mag je deze waardering zondermeer vergelijken met de waarderingen van de afgelopen decennia? Bedrijven met hoge groeicijfers mogen immers ook een hogere waardering kennen. Een aantal nieuwere bedrijven op de beurs kent een hogere koers/winstverhouding waardoor het gemiddelde omhoog getrokken wordt. Een hogere koers/winstverhouding ten opzichte van het langlopende gemiddelde of het bereiken van een recordniveau is dus niet zondermeer een reden voor paniek of een verkoopsignaal. Maar vind je de aandelen te duur, ook volgens de huidige waarderingsmaatstaven? De makkelijkste oplossing: verkoop deze of koop deze niet!

Bij het rechtstreeks beleggen in aandelen kan dit proces goed gestuurd worden. Dan committeer je je niet aan wegingen in een index, maar je koopt aandelen van een bedrijf waar je vertrouwen in hebt. Dat is voor ons een reden om het grootste deel van onze beheerportefeuilles rechtstreeks in aandelen en of obligaties te beleggen. Dat betekent goed je huiswerk doen om te kunnen beoordelen of de waardering naar de toekomst toe waargemaakt kan worden. We selecteren bedrijven met een sterke marktpositie, een marktpositie die zich met name uit in een hoog of stijgend rendement op geïnvesteerd kapitaal. En de bedrijven dienen actief te zijn in een structurele groeimarkt. Ons fundamenteel onderzoek richt zich op de beoordeling van die marktpositie en de strategie van de onderneming om die positie te verbeteren.

Uiteindelijk streven we hiermee naar een goed gespreide portefeuille waarin die accenten liggen die aansluiten op de individuele doelstellingen van de cliënt en de markt. Daar kan ook bij horen dat van tijd tot tijd wat minder belegd wordt. Of bij een nieuwe portefeuille of bijstorting niet ineens, maar stap voor stap belegd wordt.

Met de huidige waarderingen zien we meer dan voldoende potentie om in de markt te blijven. In onze ogen is de risicopremie op aandelen nog steeds interessant. Maar kritisch zijn hoort daar zeker bij, elke dag opnieuw. Bij beleggen wordt altijd gesteld dat je een langetermijnvisie moet hebben, maar zo nodig nemen we op korte termijn actie. Want per saldo zijn indexen als de Stoxx600 in 20 jaar tijd nauwelijks van hun plaats gekomen, maar wat is er veel gebeurd in de tussenliggende periode!

De huidige waarderingen

De hamvraag is hoe we tegen de huidige waarderingen aan moeten kijken? De koers/winst verhoudingen lopen op en zijn hoger dan het langlopende gemiddelde. Een koers/winstverhouding van boven de 22 voor bijvoorbeeld de Stoxx 600 is inderdaad hoger dan het langlopende gemiddelde. Maar mag je deze waardering zondermeer vergelijken met de waarderingen van de afgelopen decennia? Bedrijven met hoge groeicijfers mogen immers ook een hogere waardering kennen. Een aantal nieuwere bedrijven op de beurs kent een hogere koers/winstverhouding waardoor het gemiddelde omhoog getrokken wordt. Een hogere koers/winstverhouding ten opzichte van het langlopende gemiddelde of het bereiken van een recordniveau is dus niet zondermeer een reden voor paniek of een verkoopsignaal. Maar vind je de aandelen te duur, ook volgens de huidige waarderingsmaatstaven? De makkelijkste oplossing: verkoop deze of koop deze niet!

Bij het rechtstreeks beleggen in aandelen kan dit proces goed gestuurd worden. Dan committeer je je niet aan wegingen in een index, maar je koopt aandelen van een bedrijf waar je vertrouwen in hebt. Dat is voor ons een reden om het grootste deel van onze beheerportefeuilles rechtstreeks in aandelen en of obligaties te beleggen. Dat betekent goed je huiswerk doen om te kunnen beoordelen of de waardering naar de toekomst toe waargemaakt kan worden. We selecteren bedrijven met een sterke marktpositie, een marktpositie die zich met name uit in een hoog of stijgend rendement op geïnvesteerd kapitaal. En de bedrijven dienen actief te zijn in een structurele groeimarkt. Ons fundamenteel onderzoek richt zich op de beoordeling van die marktpositie en de strategie van de onderneming om die positie te verbeteren.

Uiteindelijk streven we hiermee naar een goed gespreide portefeuille waarin die accenten liggen die aansluiten op de individuele doelstellingen van de cliënt en de markt. Daar kan ook bij horen dat van tijd tot tijd wat minder belegd wordt. Of bij een nieuwe portefeuille of bijstorting niet ineens, maar stap voor stap belegd wordt.

Met de huidige waarderingen zien we meer dan voldoende potentie om in de markt te blijven. In onze ogen is de risicopremie op aandelen nog steeds interessant. Maar kritisch zijn hoort daar zeker bij, elke dag opnieuw. Bij beleggen wordt altijd gesteld dat je een langetermijnvisie moet hebben, maar zo nodig nemen we op korte termijn actie. Want per saldo zijn indexen als de Stoxx600 in 20 jaar tijd nauwelijks van hun plaats gekomen, maar wat is er veel gebeurd in de tussenliggende periode!