Index
Indexen van landen of regio’s worden over het algemeen gebaseerd op de grootste (meest verhandelde) aandelen. Het wordt een graadmeter genoemd, maar dat geldt eigenlijk alleen wanneer het ook representatief is voor de hele economie. Immers, ontbreken er sectoren, of zijn er sectoren oververtegenwoordigd, dan kan dat leiden tot extremere beursbewegingen. Bijvoorbeeld een bedrijf als ASML is pas de laatste jaren boven komen drijven als zwaarweger in de Stoxx 600 (nu circa 2,25%). En bijvoorbeeld ASM International (ASMI), een van de smaakmakers van het afgelopen jaar, telt vrijwel niet mee in die index (circa 0,12%). In indexen die achtergebleven zijn, zijn aandelen uit de oude economie vaak oververtegenwoordigd. Een opgelopen beursindex betekent dus ook niet per definitie dat alle aandelen uit die index opgelopen zijn. Veel beurzen zijn hoog opgelopen door de weging van een beperkt aantal, zwaarwegende aandelen of sectoren.
Een duidelijk voorbeeld hiervan is de sterke opmars van de “nieuwe economie” aandelen. In Amerika is dit proces al veel langer waarneembaar met giganten als Apple, Microsoft, Amazon en Facebook.