ING
ING is een Nederlandse bank die wereldwijd actief is 40 landen, maar sterk gericht is op Europa. ING behoort in de Benelux tot de marktleiders in een sterk geconcentreerde markt, terwijl ze in landen als Duitsland, Italië en Spanje als uitdager fungeren. Via ING Direct penetreren ze in deze markten als pure online bank zonder kantorennetwerk. Ook zijn ze actief in groeimarkten, zoals Polen en Roemenië. ING bestaat uit 2 divisies: retail banking en wholesale banking. Retail banking richt zich met name op particuliere klanten en kleine ondernemingen en biedt diensten aan op het gebied van betalen, sparen, beleggen, hypotheken, lenen, verzekeren en pensioenen. Bij ING ligt de focus met name op de groei primaire klanten: klanten die meer dan één product bij ING afnemen. Eind 2022 had ING 14,6 miljoen primaire klanten en de doelstelling is een groei naar meer dan 17 miljoen in 2025. Met name buiten Benelux liggen hier nog veel kansen. Tegelijkertijd heeft ING het productassortiment verbreed, waardoor meer cross-sellingsmogelijkheden ontstaan, onder andere via een deal met verzekeraar AXA. De wholesale banking richt zich met name op grote ondernemingen, andere financiële instellingen en overheden van over de hele wereld en biedt diensten aan op het gebied van financiering, kapitaalmarkten, export, werkkapitaaloplossingen, treasury en corporate finance.
ING verdient met name geld door meer rente te ontvangen op de uitstaande leningen (zoals bijvoorbeeld via hypotheken of bedrijfsfinanciering) dan dat ze moeten betalen op hun eigen financiering (zoals spaargeld); het verschil hiertussen wordt de rentemarge genoemd. In 2022 was de rentemarge 1,34%. Nu de kapitaalmarktrentes weer zijn opgelopen, terwijl de spaarrentes amper worden verhoogd, zijn de vooruitzichten voor een sterke rentemarge gunstig. Naast de ontwikkeling van de rentemarge is ook de groei van het leningenboek een belangrijke factor. In totaal had ING eind 2022 zo’n 785 miljard euro aan leningen uitstaan. Hiervan is 521 miljard euro (ofwel 66%) via retail banking verstrekt, met name in Nederland, Duitsland en België (totaal 80%). Het grootste deel hiervan zijn hypotheken (63%) en krediet aan het MKB (19%). De rentemarge is bij ING ongeveer 75% van het onderliggend resultaat en was eind 2022 13,1 miljard. Naast de rentemarge zijn de commissieopbrengsten belangrijk (20% van het resultaat). Dit zijn opbrengsten die ING ontvangt op diensten zoals een betalingspakket, advies kosten bij het verstrekken van een hypotheek of het bij het begeleiden van ondernemingen met emissies, fusies en overnameactiviteiten. ING heeft als doel om de inkomsten uit commissies te vergroten (doelstellig is 5%-10% jaarlijkse groei), omdat daar weinig kapitaal tegenover hoeft te staan. Over heel 2022 bedroegen de inkomsten 18,5 miljard euro, een stijging van 5,5%. ING heeft een doelstelling om dit jaarlijkse met 4%-5% te laten groeien.
Tegenover deze opbrengsten staan ook kosten. De belangrijkste operationele kosten zijn personeel, reguleringskosten en kantorennetwerk. Deze operationele kosten, gezamenlijk afgezet tegen de eerdergenoemde opbrengsten, wordt ook wel cost tot income genoemd. Dit is een belangrijke maatstaf om de efficiency van banken te meten. Bij ING was dit in 2022 60,3%. Voor komend jaar verwacht ING een verbetering naar 55%-56%. ING heeft als doelstelling om dit in 2025 terug te brengen naar 50%-52%. Naast de focus op meer groei, moet aan de kostenkant bespaard worden om deze maatstaf te verbeteren. ING krimpt daarom het kantorennetwerk in, omdat steeds meer bankdiensten digitaal kunnen en klanten minder beroep doen op het dure kantorennetwerk. Ook de reguleringskosten zullen afnemen. ING wil vooroplopen op het gebied van digitalisering en frictieloos bankieren. Naast de operationele kosten zijn ook de voorzieningen die ING moet nemen op slechte leningen (non performing loans) een belangrijke kostenpost. In 2022 bedroeg dit 29 basispunten over de totale uitstaande leningen. Ten opzichte van veel andere banken is dat laag, terwijl ING historisch gezien op 25 basispunten zit. Dit geeft aan dat de economieën waarin ING exposure heeft relatief sterk zijn en dat de kwaliteit van het leningenboek relatief hoog is.
Een andere belangrijke efficiency maatstaf is de het rendement op het eigen vermogen. Dat was in 2022 bij ING vrij laag (7,2%). Dat komt m.n. door de oorlog in Oekraïne, waar ING afschrijvingen moest doen. Voor komende jaren wordt een ratio van 10%-12% verwacht en daarmee scoort ING duidelijk hoger dan gemiddeld. Naast deze operationele maatstaven is de solvabiliteit een belangrijk kengetal. ING had eind 2022 een tier 1 ratio van 14,5%. Hiermee zitten ze in de kopgroep van West-Europese banken. Dat is ruim boven de norm en de eigen doelstelling (12,5%). Sinds de Grote Financiële Crisis in 2009, heeft ING de solvency ratio sterk verbeterd en is daardoor beter bestand tegen economisch lastige tijden. De sterke solvabiliteit in combinatie met de stabiele operationele performance zorgt ervoor dat ING een hoog en progressief dividend kan uitkeren en ruimte is voor een aandeleninkoopprogramma.
ING is een van de best presterende Europese banken als we kijken naar de koersontwikkeling in de sinds 2010 met een gemiddeld jaarlijks totaalrendement van 7,5%. Belangrijke verklaringen hiervoor is dat ze relatief goed scoren op groei en kwaliteit van het leningenboek en het aantal primaire klanten, waardoor cross-sellingsmogelijkheden ontstaan, lage afschrijving op slechte leningen, lage cost income ratio en het rendement op eigen vermogen.