Belastingwetgeving 2023, wat zijn de wijzigingen? - Wilgenhaege

Belastingwetgeving 2023, wat zijn de wijzigingen?

Heeft u een vraag?
Neem contact op

In 2023 veranderen weer wat fiscale zaken. Wellicht dat een aantal van deze wijzigingen voor u relevant is? We zetten de belangrijkste even voor u op een rijtje.

Box 3

De nieuwe Box-3 opzet gaat in per 2026; tot die tijd zal er een overbruggingswet Box 3 gelden. De opzet hiervan is dat er binnen Box 3 drie categorieën zijn die elk apart belast gaan worden: banktegoeden (spaargeld e.d.), overige bezittingen en schulden. Voor de categorie banktegoeden en schulden geldt een eigen forfaitair rendementspercentage; een rendementspercentage dat goed aansluit bij het werkelijk in dat jaar behaalde rendement (dus achteraf bepaald). Voor de categorie ‘overige bezittingen’ blijft de huidige meerjarige formule van toepassing.

Wat betekent dit in de praktijk?

In het huidige Box 3-stelsel worden schulden in mindering gebracht op Box 3-vermogen om het forfaitaire rendement in Box 3 te berekenen. Bij een rendement van 6,17% op bezittingen is de effectieve aftrek van schulden dus ook 6,17%.

In de nieuwe Box 3-variant gaat het anders. Over uw schulden wordt een forfaitaire rente van circa 3% berekend. Die wordt vervolgens afgetrokken van het forfaitaire rendement over uw banktegoeden (circa 0,2%) en overige bezittingen (6,17%). De uitkomst hiervan kan niet negatief zijn. Het fiscale voordeel van schulden wordt in de spaarvariant dus minder. Het lijkt te dalen van 6,17% naar circa 3%.

Maar als we goed kijken naar de manier waarop dit in de wet is vormgegeven, blijkt dat hoe hoger de schuld is, hoe kleiner het verschil wordt. Het is zelfs zo dat als uw schuld – vermeerderd met het heffingsvrije vermogen – gelijk is aan of groter is dan uw Box 3-spaargelden en overige bezittingen, er ook in de spaarvariant geen Box 3-belasting verschuldigd is.

Box 3

De nieuwe Box-3 opzet gaat in per 2026; tot die tijd zal er een overbruggingswet Box 3 gelden. De opzet hiervan is dat er binnen Box 3 drie categorieën zijn die elk apart belast gaan worden: banktegoeden (spaargeld e.d.), overige bezittingen en schulden. Voor de categorie banktegoeden en schulden geldt een eigen forfaitair rendementspercentage; een rendementspercentage dat goed aansluit bij het werkelijk in dat jaar behaalde rendement (dus achteraf bepaald). Voor de categorie ‘overige bezittingen’ blijft de huidige meerjarige formule van toepassing.

Wat betekent dit in de praktijk?

In het huidige Box 3-stelsel worden schulden in mindering gebracht op Box 3-vermogen om het forfaitaire rendement in Box 3 te berekenen. Bij een rendement van 6,17% op bezittingen is de effectieve aftrek van schulden dus ook 6,17%.

In de nieuwe Box 3-variant gaat het anders. Over uw schulden wordt een forfaitaire rente van circa 3% berekend. Die wordt vervolgens afgetrokken van het forfaitaire rendement over uw banktegoeden (circa 0,2%) en overige bezittingen (6,17%). De uitkomst hiervan kan niet negatief zijn. Het fiscale voordeel van schulden wordt in de spaarvariant dus minder. Het lijkt te dalen van 6,17% naar circa 3%.

Maar als we goed kijken naar de manier waarop dit in de wet is vormgegeven, blijkt dat hoe hoger de schuld is, hoe kleiner het verschil wordt. Het is zelfs zo dat als uw schuld – vermeerderd met het heffingsvrije vermogen – gelijk is aan of groter is dan uw Box 3-spaargelden en overige bezittingen, er ook in de spaarvariant geen Box 3-belasting verschuldigd is.

Box 2 - wet excessief lenen in werking

Bent u DGA en leent u meer dan
€ 700.000,- bij uw B.V.? Dan krijgt u met de wet excessief lenen te maken. Voor de Box 3-schulden die u bij uw B.V. in stand houdt of opneemt wordt het belastingvoordeel door het nieuwe systeem mogelijk minder. Dat hangt echter helemaal af van uw vermogenssituatie. Bovendien speelt daar ook in mee dat met ingang van 2024 het Box 2-tarief verandert. Tot € 67.000,- aan Box 2-inkomen wordt het tarief 24,5%, voor het meerdere 31%. Fiscaal partners kunnen twee keer van het lage tarief gebruikmaken.

Schenken

De belangrijkste wijziging op het gebied van schenken is het afschaffen van de zogenaamde ‘jubelton’. Tot en met dit jaar is er de mogelijkheid om een schenking te doen tot € 106.671,- voor de aanschaf of verbouwing van een woning aan personen tot 40 jaar. Hieraan is een aantal voorwaarden verbonden. Er is nog wel een overgangsregeling voor lopende schenkingen.

Neem voor advisering op dit gebied contact op met uw fiscalist. Wilgenhaege geeft geen fiscale adviezen. 

Box 2 - wet excessief lenen in werking

Bent u DGA en leent u meer dan € 700.000,- bij uw B.V.? Dan krijgt u met de wet excessief lenen te maken. Voor de Box 3-schulden die u bij uw B.V. in stand houdt of opneemt wordt het belastingvoordeel door het nieuwe systeem mogelijk minder. Dat hangt echter helemaal af van uw vermogenssituatie. Bovendien speelt daar ook in mee dat met ingang van 2024 het Box 2-tarief verandert.
Tot € 67.000,- aan Box 2-inkomen wordt het tarief 24,5%, voor het meerdere 31%. Fiscaal partners kunnen twee keer van het lage tarief gebruikmaken.

Schenken

De belangrijkste wijziging op het gebied van schenken is het afschaffen van de zogenaamde ‘jubelton’. Tot en met dit jaar is er de mogelijkheid om een schenking te doen tot € 106.671,- voor de aanschaf of verbouwing van een woning aan personen tot 40 jaar. Hieraan is een aantal voorwaarden verbonden. Er is nog wel een overgangsregeling voor lopende schenkingen.

Neem voor advisering op dit gebied contact op met uw fiscalist. Wilgenhaege geeft geen fiscale adviezen.